Ingrediënten
4 stukken kabeljauwfilet met vel à 150 g
3 dl kippenbouillon
scheutje olijfolie
3 teentjes knoflook, geperst
stukje citroenschil
12 vastkokende aardappelen
zout en peper
1 fijngesneden sjalot
4 el fijngesneden dragon
125 g boter
500 g spinazie
4 tomaten, ontveld, zaadjes verwijderd, in kleine blokjes

Bereiding
Bestrijk de pan ruim met olijfolie en leg de visfilets erin met de velkant naar beneden. Schenk de bouillon met daarin 2 geperste teentjes knoflook en citroenschil op de vis. Breng het geheel snel tegen de kook aan. Haal de pan direct van het vuur, draai de kabeljauwfilets om en laat de vis in de afgedekte pan van het vuur af verder garen. Kook intussen de aardappelen gaar in water met zout. Giet ze af, voeg 1 teentje geperste knoflook, sjalot en 1 el dragon toe, schud de aardappelen om en houd ze warm. Stoof in 25 g boter de spinazie zachtjes gaar en breng op smaak met zout en peper.

Verdeel de spinazie over 4 voorverwarmde borden. Haal de kabeljauw uit het vocht, verwijder het vel en bestrooi de vis met zout. Leg de kabeljauw op de spinazie. Zeef het pocheervocht van de vis en roer er voor de saus 100 g boter in klontjes doorheen. Voeg ook 3 el dragon toe. Verwarm de tomaat in de saus en breng op smaak met zout. Schep de saus over de vis en serveer de aardappelen erbij.